9. Kwaliteitscriteria
Een goed curriculum voldoet aan vier kwaliteitscriteria. Deze kwaliteitscriteria bouwen op elkaar voort. De effectiviteit hangt af van de bruikbaarheid (kan het worden uitgevoerd zoals bedoeld?) en van de relevantie en consistentie van het curriculum.
Op alle curriculumniveaus
De kwaliteitscriteria spelen op alle curriculumniveaus een rol. Lesmaterialen moeten bruikbaar en effectief zijn voor leraren en leerlingen in de les. Op landelijk niveau moeten bijvoorbeeld kerndoelen bruikbaar zijn voor educatieve uitgevers die een lesmethode ontwerpen.
Verwachte en werkelijke bruikbaarheid en effectiviteit
Verder kun je onderscheid maken tussen de verwachte en werkelijke bruikbaarheid en effectiviteit van een curriculum. Experts kunnen uitspraken doen over de verwachte bruikbaarheid en effectiviteit door het materiaal kritisch te bekijken. Voor een oordeel over de werkelijke bruikbaarheid en effectiviteit zal het materiaal daadwerkelijk op school gebruikt moeten worden.
Cyclisch ontwikkelproces
Een cyclisch ontwikkelproces helpt de kwaliteit van het curriculum te versterken. Binnen elke ontwikkelronde vindt een evaluatie plaats om de kwaliteit op een of meerdere punten (relevantie, consistentie, bruikbaarheid en effectiviteit) te achterhalen en om tot verbetervoorstellen te komen. Bij de start van een ontwikkelproces ligt het accent op vergroting van relevantie en consistentie van het curriculum-in-ontwikkeling. In de loop van het ontwikkelingsproces verschuift het accent naar het vergroten van de bruikbaarheid en effectiviteit.
Tip!
Voor meer informatie en een animatie over kwaliteitscriteria:
http://slo.nl/thema/meer/curriculumontwikkeling/instrumenten/taakhulp/inleiding-0/