Werken aan financiële geletterdheid
In een snel veranderende digitale maatschappij is extra aandacht voor financiële geletterdheid nodig
Veel jongeren van 15 jaar zijn onvoldoende financieel geletterd, schrijft OECD (2016) in haar rapport. 19% van deze jongeren heeft te weinig kennis en vaardigheden om goed met geld om te gaan en is daardoor financieel niet geletterd genoeg. Dat betekent dat deze jongeren sneller in de schulden komen en het moeilijk vinden om weloverwogen beslissingen te nemen tijdens het plannen en doen van aankopen. Ze kunnen wel dagelijkse facturen herkennen en eenvoudige beslissingen nemen over geld, maar ze herkennen geen phishing-mails, en het lezen van een salarisstrook lukt hen ook niet. Het gaat daarbij vooral om leerlingen van het vmbo bb/kb en praktijkonderwijs (Kuhlmeier, et al, 2017; NIBUD, 2018).
Onderwijs is belangrijk om leerlingen goed voor te bereiden op de toekomst en hun financiële redzaamheid
Onderwijs speelt een belangrijke rol in het voorbereiden van leerlingen op hun financiële situatie. Natuurlijk is de rol van ouders daarin ook heel belangrijk: een goed voorbeeld doet goed volgen. Daarnaast gaat het ook om de plek die financiële geletterdheid krijgt binnen het onderwijs en het curriculum. Het is echter veertien jaar geleden dat de landelijk vastgelegde onderwijsdoelen zijn herzien. Bovendien is er de afgelopen jaren ad hoc veel aan het curriculum toegevoegd. Het curriculum is hierdoor steeds verder overladen en versnipperd. Daarom is er in 2017 begonnen met een grote curriculumherziening met als doel om te komen tot een actueel samenhangend en landelijk curriculum dat de onderwijsinhoud van morgen beschrijft. Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen voor financiële geletterdheid. In het nieuwe voorstel zijn financiële vaardigheden ondergebracht in de leergebieden Mens & Maatschappij, Digitale geletterdheid en Rekenen & Wiskunde.
Wat houdt financiële geletterdheid in?
In PISA is financiële geletterdheid gedefinieerd als: “Kennis hebben over en inzicht hebben in financiële concepten en risico’s (1), en de vaardigheden, motivatie en het vertrouwen bezitten om deze kennis en dit inzicht te gebruiken om effectieve beslissingen te nemen binnen verschillende financiële contexten (2), om het financiële welzijn van individuen en de samenleving te verbeteren, en deelname aan het economische leven mogelijk te maken (3)” (OECD, 2016).
In de kern gaat het bij financiële geletterdheid om drie dingen: (1) kennis en inzicht verkrijgen, (2) vaardigheden bezitten om effectieve beslissingen te nemen en (3) bewust voorbereid zijn op deelname aan het (economische) leven. Nibud heeft deze definitie gebruikt om te komen tot vier financiële thema’s:
- Thema 1: Inkomsten verwerven
- Thema 2: De geldzaken organiseren
- Thema 3: Verantwoord besteden
- Thema 4: Voorbereid zijn op (on)voorziene gebeurtenissen
Voor elk van die financiële thema’s zijn benodigde kennis en vaardigheden beschreven in leerdoelen en competenties (Nibud, herziene uitgave 2018). Deze doelen dienen als leidraad voor wat leerlingen tussen 6-17 jaar moeten kennen en kunnen op het gebied van geldzaken.