BASISVAARDIGHEDEN EN OP0
Samen de basis versterken
Tekst: Erik Ouwerkerk Beeld: De Beeldredaktie | Marco Okhuizen
Dit artikel verscheen in de Didactief special: Samen voor de leerling in januari 2024
‘Het wordt voor scholen duidelijker wat er van ze verwacht wordt’
Hoe versterk je de basisvaardigheden van leerlingen? Dat doe je sámen. Schoolleider van obs Wereldwijs Paula Hoonhout, onderwijsinspecteur Aukje Oosterom-Okma en Anne-Christien Tammes van SLO geven goede raad.
De basisvaardigheden van taal-Nederlands en rekenen en wiskunde zijn essentieel voor leerlingen. Op school maar ook in de samenleving. Een leerling die moeite heeft met taal, komt onherroepelijk in de knel, op tal van vlakken. Bijvoorbeeld bij het schrijven van een sollicitatiebrief bij Nederlands, het lezen van een tekst voor geschiedenis. Maar óók wanneer er een rekensom moet worden opgelost, want de probleemstelling moet je wel kunnen volgen. Kunnen rekenen is al net zo belangrijk, voor de exacte vakken bijvoorbeeld, of later, om het budget voor je boodschappen in de gaten te houden. Naast deze twee klassiekers is ook burgerschap een must: een leerling heeft sociale en maatschappelijke competenties en kennis van de samenleving nodig om als burger te kunnen functioneren.
Nuance
Met een Masterplan Basisvaardigheden en de standaard basisvaardigheden (OP0) in het onderzoekskader vraagt de Onderwijsinspectie extra aandacht voor taal, rekenen en burgerschap. Waarom? Lopen de resultaten zo hard achteruit? ‘Dat beeld ontstaat al snel en wil ik graag nuanceren,’ aldus Anne-Christien Tammes, curriculumontwikkelaar en taalexpert bij SLO. Ze bezoekt samen met onderwijsinspecteur Aukje Oosterom-Okma obs Wereldwijs in Amsterdam Zuidoost. Tammes: ‘Op sommige onderdelen presteren leerlingen in het po voldoende,’ vervolgt Tammes. ‘Maar het streefniveau voor rekenen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid is een probleem. De ambitie dat 65 procent van de leerlingen dat bereikt, wordt niet gehaald. En uit het internationale PISA-onderzoek van 2022 blijkt dat de leesvaardigheidsscores van Nederlandse 15-jarigen opnieuw drastisch is gedaald. Eenderde van de leerlingen heeft volgens dit onderzoek kans om laaggeletterd het onderwijs te verlaten. Wat betreft burgerschap scoren leerlingen relatief hoog op maatschappelijk verantwoord handelen, terwijl ze op kennis lager scoren.’
Proces
‘Met OP0 wordt het voor scholen duidelijker wat er van ze verwacht wordt’, zegt inspecteur Oosterom-Okma. ‘Bij Nederlands bijvoorbeeld zie je dat op scholen veel aandacht uitgaat naar lezen en taalverzorging (zeg maar spelling, grammatica), maar minder naar schrijfvaardigheid en mondelinge taalvaardigheid. Terwijl alle drie deze gebieden belangrijk zijn.’ Tammes stemt in: ‘De aandacht en onderwijstijd zouden evenrediger verdeeld moeten worden over taaldomeinen.’ Directeur Hoonhout van Wereldwijs begrijpt dat een betere verdeling in de praktijk niet altijd makkelijk is. ‘Wat wel en geen aandacht krijgt, heeft vaak ook te maken met het toetsbeleid van de overheid. Zo weegt taalverzorging bij de eindopbrengsten net zo zwaar als het hele domein rekenen en taal, en dat beïnvloedt dus onevenredig het oordeel van de inspectie of een school zwak is of niet.’ Maar de inspectie probeert breder te kijken voor ze een school echt een onvoldoende geeft. ‘Het is niet zo dat de Onderwijsinspectie alleen kijkt naar de rode, oranje en groene leercurves’, zegt Tammes. Maar ze wenst wel meer ambitie. Oosterom-Okma: ‘Wij willen veel meer zien dat een school eigen doelen stelt binnen de wettelijke voorwaarden. En dat ze vervolgens ook in de gaten houdt of ze die doelen haalt aan de hand van de leerresultaten, en bijstuurt als het nodig is.’
V.l.n.r.: Anne-Christien Tammes (SLO), Aukje Oosterom-Okma (Onderwijsinspectie) en Paula Hoonhout (obs Wereldwijs) in gesprek over basisvaardigheden.
Leercultuur
Hoonhout brengt nu samen met de inspectie in kaart waar haar school staat en waar ze naartoe wil. ‘We kijken wat de nieuwste inzichten zijn en wat het beste past bij onze leerlingen en onze manier van werken. Daar gaan we vervolgens in kleine leerteams mee aan de slag, eventueel met een expert.’ Hoonhout noemt zich verwend met alles wat er al wetenschappelijk is onderzocht. ‘Je kunt als school heel goed evidence-informed werken. Denk aan de NPO-interventiekaart, de NRO-leidraden en het platform basisvaardigheden van SLO. En met het Masterplan Basisvaardigheden staan ons kennis, expertise en subsidies ter beschikking.’ ‘Maken al die adviezen, methoden en opvattingen het soms lastig een goede koers uit te zetten?’ , vraagt Tammes zich af. ‘Jij kan dat’, complimenteert Oosterom-Okma schoolleider Hoonhout: ‘Wereldwijs heeft een duidelijke visie en een echte leercultuur.’ ‘Een kwestie van bijhouden, filteren en koershouden, én op leerlingniveau met concrete en meetbare doelen werken,’ lacht Hoonhout.
‘Basisvaardigheden verbinden aan zaakvakken, dat gaat verdieping geven’
Samenhang
Kan ze ook een voorbeeld geven van een verbeterslag die Wereldwijs gemaakt heeft? Hoonhout: ‘We wilden het leesbegrip vergroten, maar worstelden daarbij met de uiteenlopende niveaus. Voorheen splitsten we de kinderen op in een technisch leesgroepje en een groepje begrijpend lezen. Nu laten we een sterkere en zwakkere lezer juist bij elkaar zitten: de één leest voor en de ander luistert. We zijn daarmee van een uitsluitend naar een meer inclusief leerproces gegaan. De luisteraar bouwt zijn woordenschat uit en leert van het verhaal; beide leren van de rijke teksten die passen bij de thema’s waar we mee bezig zijn.’ ‘Ik ben blij dat je ook die samenhang tussen de vakken aanstipt’, reageert Tammes, ‘want sommige scholen denken vooral nog in de richting van taal en rekenen. Terwijl wereldoriëntatie bijvoorbeeld juist die context kan verschaffen waarin je kunt werken aan al die basisvaardigheden.’ Hoonhout vult aan: ‘We hebben vorig jaar de methode begrijpend lezen afgeschaft. Thematisch onderwijs kan alle doelen goed dekken. Met genoeg rijke teksten per thema en dagelijks vijftien minuten vrij lezen, kunnen we het leesbegrip heel goed monitoren.’ Oosterom-Okma: ‘Ik vroeg gister nog op een school: hoe integreer je rekenen in de kookles? Naast dat leerlingen in de rekenles bijvoorbeeld oefenen met gewicht, wil je ook dat ze in de praktijk aan de slag gaan met grammen en milliliters door bijvoorbeeld een recept te volgen. Hetzelfde kan bij een schrijfopdracht bij geschiedenis of mondelinge taalvaardigheid bij aardrijkskunde. Zo geïntegreerd en gepland over je onderwijs nadenken, waarbij je basisvaardigheden verbindt aan zaakvakken: dat gaat rijkdom en verdieping geven aan je onderwijs.’
‘Zet formatief evalueren in bij het versterken van basisvaardigheden’
Formatief evalueren
Het is wetenschappelijk bewezen dat samenhang tussen taal en andere leergebieden goed is voor de leerprestaties, zegt Oosterom. Maar hoe meet je die? Het gesprek komt op formatief evalueren, waarbij leraar en leerling met elkaar in gesprek gaan over waar de leerling staat, waar hij naartoe werkt en hoe hij daar kan komen. ‘Is dat ingewikkeld om te implementeren en te borgen? Het vergt immers een hele andere manier van werken’, vraagt Tammes. Op obs Wereldwijs is het team er al heel lang mee bezig, vertelt Hoonhout. ‘Voor ons gaat het nu om verfijnen en verdiepen.’ Formatief evalueren wordt bijvoorbeeld ingezet bij het verbeteren van burgerschapsvaardigheden. ‘Al onze leerlingen hebben een portfolio waarin hun voortgang de hele basisschoolperiode wordt gevolgd. Zo waarderen niet alleen wij, maar ook de leerlingen zelf waar ze staan en wat hun volgende stap is.’
Vallen en opstaan
Hoonhout heeft een duidelijke visie die ze deelt met haar team. Haar school is excellent beoordeeld. De verscherpte aandacht voor basisvaardigheden die de overheid vraagt, zal er zijn plek wel vinden. Maar als je nog niet zo ver bent, waar begin je dan? ‘Scholen hebben behoefte aan handvatten van de inspectie en van SLO’, weet Oosterom-Okma. ‘Begrijpelijk, maar er is niet voor de volle honderd procent aan tegemoet te komen. Het gaat namelijk om maatwerk: wat past bij jouw visie en jouw leerlingen? Dan ligt de bal bij de school zelf.’ Tammes vult aan: ‘Het is belangrijk voor elke school hier meerjarenbeleid op te maken. Begin met één leergebied. Evalueer regelmatig wat goed gaat en wat aandacht behoeft, en breid zo bijvoorbeeld het formatief evalueren stap voor stap uit naar andere leergebieden. Het hoeft niet in één keer perfect te zijn.’ Dat het een proces is van vallen en opstaan, weet Hoonhout uit ervaring. ‘Maar is dat niet de definitie van leren? De boodschap die we leerlingen ook meegeven? Soms haal je je doel niet. Dan sleutel je verder door cyclisch te werken, te reflecteren, literatuur te lezen en steeds te meten wat voor jouw leerlingen werkt. Ondertussen kun je bij SLO ondersteunende informatie en materialen vinden, voer je verdiepende gesprekken met de Onderwijsinspectie en word je gaandeweg steeds bewuster en bekwamer. En daar groeien leerlingen van!’