‘We willen dat elke leraar bezig is met basisvaardigheden’
Projectleider Carola van Dongen versterkt op twaalf scholen van de stichting Librēon de basisvaardigheden Nederlands, rekenen en wiskunde, digitale geletterdheid en burgerschap. Een belangrijke maar complexe uitdaging. Hoe kan Carola de scholen het beste ondersteunen en welke kennis en materialen van SLO kan zij daarbij inzetten? vraagt Lucie Gooskens (programmamanager bij SLO) zich af.
Carola van Dongen is projectleider basisvaardigheden bij Librēon, het bestuur van veertien scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Breda. Momenteel is zij conrector op Graaf Engelbrecht, een school voor mavo, havo en atheneum met een licentie als topsport Talentschool en start in augustus als rector op het Newmancollege binnen hetzelfde bestuur.
Lucie Gooskens is programmamanager basisvaardigheden en curriculumontwikkeling bij SLO. SLO is het landelijk expertisecentrum voor het curriculum. Samen met het onderwijsveld werkt SLO aan de ontwikkeling van een doordacht curriculum voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs.
In het ambitieplan van stichting Librēon hebben de basisvaardigheden een prominente plek. ‘We willen aansluiten bij de maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen. Het is essentieel dat leerlingen goede basisvaardigheden leren’, verklaart Carola. Als projectleider is het haar taak om de ontwikkeling van de basisvaardigheden op de verschillende scholen in beweging te krijgen. Hoe ze dat doet? ‘Ik ontwikkelde kwaliteitskaarten met ontwikkelingsdoelen per vaardigheid. Zo is het voor iedereen duidelijk wat er gedaan moet worden om het onderwijs te versterken. Elke school bepaalt vervolgens zelf, passend bij de eigen identiteit, hoe de doelen te bereiken. Daarvoor is er op elke school een kartrekker aangesteld voor een van de basisvaardigheden die met het team aan de slag gaat.’ ‘Bij de ontwikkeling van de kwaliteitskaarten maakte je gebruik van de beschikbare stappenplannen en adviezen van SLO voor het versterken van de basisvaardigheden. Hoe vond je het om daarmee te werken?’, vraagt Lucie. ‘De stappenplannen hielpen mij om de doelen voor het versterken van de basisvaardigheden te vertalen naar de onderwijspraktijk’, vertelt Carola. ‘Het materiaal heeft voor elke basisvaardigheid dezelfde opbouw. Dat is erg makkelijk. Je hoeft niet steeds opnieuw te zoeken naar helderheid. Inhoudelijk bieden de adviezen, stappenplannen en inhoudskaarten voldoende diepgang. Zelfs meer dan het inspectiekader. Het is allemaal net een stapje gedetailleerder zonder dat het ingewikkeld wordt.’
Vertaalslag naar de praktijk
De scholen werken nu met de kwaliteitskaarten. Lucie is benieuwd of het lukt om de vertaling naar de eigen lespraktijk te maken. Carola: ‘Het opzetten van een leerlijn is complex. Dat is best een uitdaging. Docenten zijn soms niet gewend zelf zo’n leerlijn te ontwerpen. Hoe laat je bijvoorbeeld de leerlijn burgerschap met de leerlijnen van andere vakken samenhangen? Taal, digitale geletterdheid en burgerschap gaat iedere docent aan. Of je nu Nederlands of economie geeft. Je moet een maatschappelijk debat kunnen voeren en taalsteun bieden aan leerlingen in de les.’ ‘Een schooleigen leerlijn opzetten is inderdaad een gecompliceerd en uitvoerig proces’, beaamt Lucie. ‘Daarom ontwikkelt SLO de komende jaren voorbeeldleerlijnen, nadat de definitieve kerndoelen voor een leergebied zijn opgeleverd. Bij de ontwikkeling van deze leerlijnen worden ook scholen betrokken.’ Lucie wil graag weten hoe Carola de ondersteuning van SLO tot nu toe heeft ervaren. Carola: ‘Het beschikbare materiaal is toegankelijk en praktisch. Gericht op de vertaalslag naar de lespraktijk. Juist leraren die niet direct met de basisvaardigheid bezig zijn, hebben dit soort voorbeelden nodig. Hoe bied je als natuurkundeleraar taalsteun en hoe verwerk je burgerschap in je dagelijkse lessen? De stappenplannen en factsheets geven houvast, dit verwacht ik ook van uitgewerkte leerlijnen.’
Van vormgeving tot evaluatie
Volgend schooljaar komen er voor elk leergebied binnen de basisvaardigheden aparte projectleiders binnen Librēon. Zij gaan inventariseren welke professionaliseringsbehoefte er verder is bij de verschillende kartrekkers. ‘We willen dan ook de SLO-teamgidsen voor Nederlands, rekenen en wiskunde gebruiken. Die kunnen helpen bij het creëren van draagvlak en het verder vormgeven en invullen van het schooleigen curriculum’, zegt Carola. Een uitdaging bij het aanpassen van een schooleigen curriculum is de kwaliteitsborging ervan. Lucie voegt toe: ‘Daarom werkt SLO nu aan een tool om meer grip te krijgen op de kwaliteit van curriculum.’ Voor Carola is dat goed nieuws: ‘Het is fijn om te weten dat we er ook in die fase niet alleen voor staan en op ondersteuning van SLO kunnen rekenen.’